9 Juni 2011


Ik kom aan in Leuven op de dienst mond- en kaakchirurgie. Daar ontvangt een verpleegster mij die, na naar het hele verhaal te luisteren haar overste gaat halen. De dokteres luistert naar ons verhaal maar ook zij ziet niet meteen een oplossing. Daarna wordt er nog iemand bij gehaald. Hij heeft er iets meer over te vertellen.

Hij raadt niet aan om met een grote operatie te werk te gaan. Door inspuiten van corticoïden zou het probleem ook verholpen kunnen worden. Er moet dan wel op tijd gecontroleerd worden of het niet terug aan het groeien is want helemaal zeker kan je er door de inspuiting niet van zijn. Door de inspuiting voorkom je het wegnemen van het gehemelte en voorkom je dat je met een gat zit tussen de mond en de neus. Het bod zal niet teruggroeien maar er zal littekenweefsel achter blijven.

Mama is positief, maar ik krijg de indruk dat hij er nogal licht over gaat.

Daarnaast weet hij ons enkele cijfers te zeggen; in Leuven zijn er de laatste 10 jaar ongeveer 30 gevallen geweest van reuscellen, waarvan 7 % recidiveerde.

Hij zegt dat er geen fouten gemaakt zijn vroeger en dat hij net zo tewerk zou gegaan zijn. Anders zou ik meer last hebben gehad van het ontbreken van de tanden, en het tandvlees etc. Hij denkt dat dit de juiste methode is geweest (in het verleden) en dat ik gewoon pech heb gehad.

Hij raadt aan eerst alle examens te doen en daarna op consultatie te komen bij een andere arts. Die zit momenteel op missie ergens ver van hier en is pas dinsdag terug.

Om 14 uur heb ik een afspraak op de dienst neus-keel-oor.

We worden ontvangen om 13u45. Mama doet eerst een verhaal en dan wordt er in mijn mond gekeken terwijl ik A en I zeg. Hij kijkt ook meer naar achter in mijn keel. Daarna kijkt hij in mijn neus en oren. Hij voelt nog eens aan mijn hals aan de klieren. Hij voelt daar kleine bobbeltjes.

Mijn oren en neus zijn OK. Het slijmvlies van de neus is niet aangetast maar er is wel een ophoging te zien. Dit had hij ook al op de scan gezien.

Hij haalt ernog iemand bij en ook hij merkt dat dit niet normaal is. Hij associert het gezwel niet meteen met een reuscel. Hij wil graag een diffuse MRI scan uitvoeren. Deze scan heeft echter een lange wachttijd, maar hopelijk kan ik toch reeds 29 juni onder de scanner. Daarna moet ik op een vrijdag op consult komen waar ook de arts die nu weg is op missie aanwezig zal zijn.

Op de scan zal meer de structuur van het weefsel te zien zijn waardoor er meer uitsluitsel gegeven kan worden over wat het is zonder destructief te werk te gaan.

Deze artsen willen graag weten wat het is voor ze er aan beginnen. Voor hen kan het evengoed een bot-dysplasie zijn.

Bij deze artsen voel ik me meer op mijn gemak dan in de voormiddag, maar ze geven zelf wel aan dat het misschien eerder iets is voor kaak- en aangezichtschirurgie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten